Door onze reporter – Als ik vrachtwagenchauffeur Marcel Rodijk op een dinsdagochtend tref, zie ik direct dat hij allesbehalve het stereotype chauffeur is. Zijn atletische bouw verraadt dat hij een bijzonder gezonde levensstijl heeft. Wanneer ik de 54-jarige Nijverdaller de hand schud, vertelt hij dat hij popelt om te vertrekken. Ik nu ook!
Nadat Marcel en ik te horen hebben gekregen welke route we gaan rijden, halen we de autopapieren op en zetten koers richting ons vervoer. “Ik heb de oplegger net al aan de trekker gekoppeld”, zegt Marcel. Galant helpt hij me in de cabine. Een rij knuffelbeesten wacht me op. Als Marcel me naar hen ziet kijken, begint hij te lachen: “Ja, ook die gaan mee op pad!”
Marcel en ik brengen vandaag stukgoed weg. De route voert ons door het prachtige buitengebied van Salland. Terwijl de mist optrekt en plaats maakt voor de zomerzon, vertelt Marcel me dat hij eigenlijk geen vrachtwagenchauffeur wilde worden.
EIGENLIJK ZAG IK VRACHTWAGENCHAUFFEUR WORDEN NIET ZITTEN”
“Ik heb mijn rijbewijs C vlak na mijn B-rijbewijs gehaald. Dat is handig, dacht ik. Maar vrachtwagenchauffeur worden zag ik niet zitten”. “Hoe ben je hier dan gekomen?”, vraag ik hem. “Ik werkte in de fabriek van mijn broer, die verkocht werd. Aangezien het fabriekswerk me de neus uitkwam, verbreedde ik mijn horizon. En dat rijbewijs C had ik al. Dus ging ik kijken of vrachtwagenchauffeur zijn toch niet iets voor mij was. Ik denk dat je de uitkomst wel kan raden”.
En of vrachtwagenchauffeur zijn iets voor Marcel is! Inmiddels is hij al jaren een vaste waarde bij Tielbeke. “Ik ben één dag weggeweest en had direct spijt”, vertelt hij. Gelukkig werd Marcel destijds weer met open armen ontvangen. En hoe langer ik met de vrachtwagenchauffeur op pad ben, hoe beter ik dat begrijp. Bij ieder adres waar we lossen, laat hij zien dat hij meer is dan een goede chauffeur. Zijn joviale karakter maakt hem een vrolijke noot, overal waar hij komt.
Als we na een welverdiend kopje koffie bij het vierde afleveradres, weer onderweg zijn, vraag ik hem of hij zich nooit eenzaam voelt in de cabine. Het blijft even stil. “Nee”, besluit hij dan. “Ik stap zo vaak uit dat ik de kans niet krijg me eenzaam te voelen. Thuis voel ik me juist eenzaam”.
Het leven van Marcel blijkt niet over rozen te zijn gegaan. Al zijn naasten zijn hem ontvallen. Ook zijn jeugdliefde is er niet meer. Een nieuwe partner die hetzelfde in hem losmaakt als zij, heeft hij niet gevonden. Dus komt hij thuis in een leeg huis. “En daar heb ik een hekel aan”, knikt hij. Het is een van de redenen dat Marcel het liefst lange dagen maakt en zijn hand niet omdraait voor internationale ritten. “Mijn nieuwsgierigheid speelt ook een rol hoor”, zegt hij grijnzend.
Marcel zijn grijns is jongensachtig en ontwapenend. Hij past bij zijn fitte voorkomen. Trots vertelt hij dat hij iedere dag 20 kilometer naar Lemelerveld fietst. “Ze verklaren me voor gek”, lacht hij.
Een van Marcel zijn collega’s verklaart hem echter níet voor gek. Dat is Stefan van der Veen. Door de jaren heen hebben de mannen een hechte vriendschap opgebouwd. Naast hun baan, delen ze de passie voor fietsen. Als het even kan trekken ze er samen op uit.
IK BLIJF BIJ TIELBEKE TOT MIJN EINDE”
“Stefan is de enige met wie ik ook dagen achtereen in de cabine zou kunnen zitten”, zegt Marcel terwijl we het terrein van een klant in Staphorst op rijden. Ik realiseer me nu pas dat we bij het laatste afleveradres zijn. De tijd is voorbij gevlogen. Dus stel ik hem de vraag, die al een tijd op het puntje van mijn tong ligt: “Heb je jouw plek bij Tielbeke nu helemaal gevonden?” Marcel hoeft er geen seconde over na te denken: “Ja, ik blijf bij Tielbeke tot mijn einde. Ik kan niet meer zonder mijn trekker van Scania en ben blij met de waardering die ik krijg”.
En het is niet alleen de waardering van collega’s die Marcel blij maakt. Ook de waardering van passanten, vrolijkt hem op. “Soms staan ouderen te applaudisseren als ze me een bijzondere manoeuvre zien uitvoeren, dat is toch prachtig?”, glimlacht hij.
Ik kan niet anders dan hem gelijk geven en spreek met mezelf af anderen vaker te laten zien dat ik ze waardeer. Voor ik nog een vraag kan stellen, is Marcel al uit de cabine gesprongen en aan het lossen. Als hij mijn blik vangt terwijl hij de laatste pallet verplaatst, verschijnt die jongensachtige grijns weer op zijn gezicht: “Wat dacht je van een ijsje?”
Marcel zijn collega worden? Bekijk onze vacatures!